Ga naar inhoud

Backups

Op de pagina 'Instellingen' > 'Backups' kan je backups van de CEMM maken en plannen. De CEMM ondersteunt backups naar:

  • een USB-stick of een externe harde schijf
  • een server via FTP(S) of SFTP

Beide methodes kunnen eenmalig worden ingesteld, of worden toegevoegd aan een planning waarbij de backups automatisch iedere dag, week of maand worden gemaakt. Ook is het mogelijk de backup aan de planning toe te voegen en op 'Handmatig' te zetten. In dat geval is het een methode om de instellingen op te slaan en de backup handmatig te starten.

Bij een backup wordt een map aangemaakt per CEMM, bijvoorbeeld voor CEMM met ID 22001234 is de mapnaam cemm-22001234. In deze map maakt de CEMM bij iedere backup een nieuwe submap met de datum en tijd van de backup. In die submap worden alle (database)bestanden van de CEMM geplaatst die zijn veranderd sinds de vorige backup naar die USB/server. Welke bestanden dat zijn houdt de CEMM bij in het bestandje backup.json. Als het bestand niet bestaat, wordt een volledige backup gemaakt.

Als een submap alleen nog bestanden bevat die niet meer de meest recente zijn, wordt de map verplaatst naar submap archive.

Wil je handmatig de backups opschonen? Verwijder dan alleen items uit de archive map.

USB

Sluit het USB-opslagapparaat aan op de CEMM, indien nodig kan dat via een USB-hub. Het opslagapparaat moet een FAT32 partitie bevatten. Dit is via de meeste besturingssystemen in te stellen bij het formatteren van de USB-stick. Sommige externe harde schijven worden niet goed herkend door de CEMM, dit komt meestal door het hoge energieverbruik van de schijf. Een USB-stick of een externe harde schijf met eigen voeding werkt meestal wel.

Selecteer het USB-apparaat en klik op 'Eenmalig uitvoeren' of 'Toevoegen aan planning'. De CEMM zal een map aanmaken in de root van de USB-stick, bijvoorbeeld /cemm-22001234.

FTP, FTPS of SFTP

Kies het protocol en vul de host, poort en inloggegevens in. Het pad is afhankelijk van de server/FTP-gebruiker. Het pad is meestal / wat overeenkomt met de home-directory van de gebruiker. Vul je niets in, of bestaat het pad niet, dan wordt uitgegaan van de home-directory. Houd er rekening mee dat de ingevulde gebruiker rechten moet hebben om bestanden te schrijven in de map.

Klik vervolgens op 'Eenmalig uitvoeren' of 'Toevoegen aan planning'. Bij het uitvoeren van de backup zullen de databasebestanden van de CEMM in de map <PAD>/cemm-<CEMM_ID> worden geplaatst, PAD is het opgegeven pad en CEMM_ID is de ID van de CEMM.

Backup herstellen

Sinds update 1.13 is het mogelijk om een backup terug te zetten op een CEMM. Klik bovenaan de Backup pagina op 'Backup terugzetten'. De backup kan alleen worden teruggezet vanaf een USB-apparaat en dit werkt alleen met backups die zijn gemaakt in versie 1.13 of hoger. Heb je de backup op een FTP/SFTP-server, dan moet je deze eerst in de root van een (FAT32 geformatteerd) USB-apparaat zetten.

Bij het terugzetten van een backup worden alle gegevens van de CEMM verwijderd en worden de bestanden uit de backup gekopieerd naar de CEMM.

Als de backup door een andere CEMM is gemaakt, worden gekoppelde gebruikers, applicaties en (gekochte) licenties (module activatiecodes) niet hersteld. Gebruikers moeten zich opnieuw koppelen via het CEMM ID+wachtwoord of via een uitnodiging. Na het terugzetten van de backup heeft de CEMM automatisch weer de modules die bij het CEMM ID horen.

Wil je een andere versie terugzetten dan de laatste backup? Dan zijn ook de bestanden in de archive map van de backup nodig. Neem contact op met de CEMM-ondersteuning als je dit nodig hebt.